Deze quilt roept de herinnering op aan een heldere herfstdag, met blaadjes die dansen in de lucht. Quilt maken met linnen kan een beetje lastig zijn, maar de instructies helpen u om te slagen!

Wat heeft u nodig:

Borduurbestand
Doorzichtige blauwe linnen vierkantjes van 20 x 20 cm
Scheurversteviging
Linnen voor de randen 40 x 140 cm
Strijkbare dunne tussenvulling 85 x 85 cm
Stof voor de achterkant en ophanghoeken 105 x 85 cm
Stof voor de binding 25 x 112 cm
Schildertape
Quilt basting rijgspray (optioneel)

Borduren

Span de versteviging in. Laad het borduurmotief in de borduurring. Kies Rondom borduurmotief rijgen.

Borduur de rijgsteek op de versteviging. Leg het linnen vierkant op de rijgsteek, de stof steekt aan alle kanten 2 cm over de rijgsteek. Zet in de hoeken vast met schildertape.

Ga naar kleur 5 van het borduurmotief en borduur de rest van het borduurmotief. Verwijder uit de borduurring, leg de verkeerde kant naar boven en knip de stof en versteviging 1 cm vanaf de rand af.

Maak in totaal 16 blokken, met zoveel kleurvariatie als u wilt. Leg de afgewerkte blokken in het gewenste patroon. U kunt de afbeelding volgen of een eigen herfstwind creëren!

Naai de blokken aan elkaar

Speld twee blokken aan elkaar en zorg dat de geborduurde stengels aan de rand op elkaar aansluiten.

Naai ze aan elkaar net binnen de rijglijn. Scheur de versteviging alleen in de naadtoeslag weg, de resterende versteviging helpt nu met de stabiliteit en wordt later verwijderd.

Wanneer alle blokken aan elkaar zijn genaaid, voegt u ze verder toe tot vier blokken en tenslotte brengt u de hele quilt samen.

Verwijder de versteviging van de middelste blokken. De rest van de versteviging zorgt voor extra stabiliteit bij het bevestigen van de frames en wordt later verwijderd.

Randen toevoegen

Knip drie stroken van 12 cm breed, vouw de eerste strook dubbel en meet de lengte van de rand. Het is belangrijk om in het midden van de quilt te meten. De randen hebben open naadtoeslagen en zijn onnauwkeuriger dan het midden. Bevestig de randdelen en naai ze aan de boven- en onderkant van de quilt.

Herhaal dit voor de andere zijden.

Verwijder de resterende scheurversteviging van de quilt.

Quilten

Strijk de tussenvulling aan de verkeerde kant van de quilt en bevestig de achterkantstof. Speld of lijm de lagen aan elkaar.

Quilt dicht bij de randen van de balderen. Gebruik een rechte steek of naai uit de vrije hand. Gebruik een kleur garen die past bij de achtergrondstof past. Hierdoor zullen de bladeren afsteken tegen de achtergrond.

Ophanghoeken

Knip vier vierkanten van 20 x 20 cm uit en vouw ze diagonaal dubbel. Als u wilt kunt u op één van de hoeken een label borduren.

Speld in elke hoek een driehoek, onafgewerkte randen aan de buitenrand.

Quilt afwerken

Knip vier stroken van 6,5 cm breed. Naai ze diagonaal aan elkaar.

Naai op de achterkant van de quilt en begin in het midden van één kant. Laat een stuk van ongeveer 15 cm loshangen, dit wordt later aan elkaar gezet.

Naai met een naadtoeslag van 1,5 cm, stop 1,5 cm van de hoek.

Naai diagonaal in een hoek van 45 graden naar de buitenrand. Knip de draad af.

Vouw de strook omhoog en dan naar beneden langs de volgende kant, zie foto's voor de duidelijkheid.

Begin met naaien vanaf de rand en stop 1,5 cm van de volgende hoek. Herhaal dir aan de volgende twee kanten.

Om de stroken samen te voegen stopt u ongeveer 15-20 cm van het beginpunt.
Leg de stroken op elkaar en knip de bovenste strook 6,5 cm van de overlapping af.